Stuurman der koopvaardij, Katwijk aan Zee
Cornelis Kruijt
Poulau Bras
Het verhaal van Cornelis Kruijt
Op last van de Nederlands-Indische regering is de Poulau Bras, het schip waarop Cornelis 1ste stuurman was, op 28 Februari 1942 uit Tjilatjap met onbekende bestemming in zuidelijke richting vertrokken. Het schip bevindt zich in betrekkelijk veilig vaarwater als er een regeringstelegram wordt ontvangen, met de opdracht terug te keren naar Tjilatlap. Bijna aangekomen in de vertrekhaven komt er een nieuw telegram binnen, nu met de opdracht op te stomen naar de Wijnkoopsbaai om daar de aanwezige Nederlanders te evacueren.
Op 4 maart gaat de Poulau Brass voor anker om vervolgens ingescheept te worden. Een marine detachement, 100 man, bestaande uit officieren en stafpersoneel, officieren van het KNIL afkomstig van Pelaboehanratoe, het overige aanwezige marine- en koopvaardijpersoneel en burgers, vrouwen en kinderen, bij elkaar zo'n 170 personen komen aan boord.
De Poulau Bras verlaat, gewapend met een licht afweerkanon en 16 mitrailleurs die de militairen mee aan boord hadden genomen, op 6 maart de haven van Tjilatjap met als doel via Colombo naar Australië te ontsnappen.
Om 9.00 uur op 7 maart 1942 klinkt het luchtalarm aan boord en haasten alle bemanningsleden en passagiers zich naar het dek. Een Japans verkenningsvliegtuig is gesignaleerd, komt dichterbij, vliegt om het schip heen en duikt van achter over het schip heen. Aan boord wordt het vuur geopend, maar het vliegtuig wordt niet geraakt. Dit is foute boel! De opvarende weten wat er nu gaat komen en bereiden zich zo goed als mogelijk voor. Om 11.00 uur, als het schip zich op ongeveer 200 mijl zuidelijk van de Straat Soenda bevindt, wordt er weer een luchtalarm gegeven. Een volgend moment wordt het schip door 9 Japanse vliegtuigen, afkomstig van het vliegdekschip Hiryu, onder vuur genomen. Het schip probeert nog zigzag varend aan de beschietingen te ontkomen, maar tevergeefs. Een voltreffer zorgt ervoor dat het schip een stuurloze schietschijf wordt. Mitrailleurkogels vliegen over het dek en de ene na de andere bom slaat in, met als gevolg dat het schip rond 11.40 uur zinkt. De nog in leven zijnde passagiers en bemanningsleden proberen zich in de 3 nog overgebleven reddingsboten in veiligheid te brengen. Als de beschietingen eindelijk ophouden blijken er slechts 116 opvarenden de aanval te hebben overleeft, helaas worden zij alsnog gevangen genomen in Japanse kampen waar sommige van hen komen te overlijden aan de opgelopen verwondingen of door de omstandigheden in de kampen.
Het precieze aantal opvarenden van de Poelau Bras heeft men nooit exact kunnen achterhalen, vermoed wordt dat het aantal slachtoffers tussen de 240 en 260 ligt.
Wel is bekent dat er naast Cornelis Kruijt nog 4 Katwijkers aan boord waren; Jan Mos, Dirk Cornelis van Duijn, Krijn van der Plas en Jacob Haasnoot. Jan Mos en Jacob Haasnoot zijn aanvankelijk gered uit zee, Jacob overleed door uitputting op 31 augustus in een gevangenkamp. Jan Mos overleeft als enige van de Katwijkse opvarende alle ontberingen.
Het is lang onduidelijk wat er met Cornelis is gebeurd die dag in de Wijnkoopsbaai. Op 14 November 1945 krijgt de weduwe het bericht via een overlevende van de beschieting dat haar man is omgekomen bij het bombardement. Cornelis wordt in 1948 postuum onderscheiden met het kruis van verdienste wegens het uitvoeren van de door de kapitein gegeven opdracht de passagiers bij de sloepen te verzamelen en in de ontstane paniek, onder de passagiers, orde te scheppen. Ook geeft hij instructies om de boten te vieren. In 1951 volgende nog een onderscheiding, het Oorlogsherinnering kruis met gesp voor algemene krijgsverrichtingen Oorlogsdienst Koopvaardij 1940-1945 en de gesp voor bijzondere krijgsverrichtingen Java Zee 1941-1942.