Hoogleraar Staatsrecht , Dordrecht

Adriaan Kluit

09/02/1735
12/01/1807
1 / 3

Het verhaal van Adriaan Kluit

Geboren op 9 februari 1735 te Dordrecht - Overleden te Leiden op 12 januari 1807 was een Nederlandse geleerde en hoogleraar in diverse vakgebieden. Hij leverde belangrijke bijdragen aan de Nederlandse geschiedschrijving en taalkunde en introduceerde de discipline van statistiek, toen gelijkgesteld aan staathuishoudkunde, aan de Universiteit van Leiden. In de patriottentijd was Kluit een van de felste tegenstanders van de revolutionairen.

Biografie
Adriaan Kluit werd in 1735 geboren in Dordrecht. Hij was het achtste kind van de apotheker Willem Kluit en Cornelia Louise de la Coste, dochter van een geslacht van Waalse hugenoten. Hij volgde onderwijs aan de Latijnse school van Dordrecht. In 1755 vertrok hij naar Utrecht om geschiedenis en recht te studeren onder Christiaan Trotz, Petrus Wesseling en Christoph Saxius. Daar raakte hij bevriend met Meinard Tydeman, Hendrik van Wijn en Herman Tollius. Op voorspraak van Wesseling werd hij na zijn afstuderen docent aan de Latijnse school in Rotterdam, waar hij de steun kreeg van de pensionaris van de stad, de verzamelaar Gerard Meerman. Hij werkte aan Latijnse scholen in Den Haag, Alkmaar en Middelburg tot hij in 1776 in de laatste stad tot hoogleraar werd benoemd.

Zijn minutieuze historische onderzoek, en mogelijk zijn politieke voorkeuren, maakten dat Kluit in 1779 werd benoemd tot de eerste hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Daar gaf hij les in het historisch staatsrecht, de ars diplomatica (de "kunst der diplomatie") en later de statistiek. In 1789-1790 was hij door raadpensionaris Laurens Pieter van de Spiegel aangesteld als privédocent in vaderlandse geschiedenis en historisch staatsrecht van erfprins Willem Frederik, de latere koning Willem I, die daartoe bij de Leidse universiteit stond ingeschreven. In 1795 werd hij om politieke redenen ontslagen, maar in 1802 werd hij als hoogleraar in ere hersteld door de universiteit. Kluit bleef in Leiden tot zijn dood in 1807. Hij en zijn vrouw Johanna van Oursel werden in hun huis aan het Rapenburg bedolven onder het puin bij de Leidse buskruitramp.

Geschiedschrijving
Adriaan Kluit was een van de belangrijkste Nederlandse geschiedschrijvers van de achttiende eeuw. Jaren van bronnenonderzoek hadden hem tot een groot kenner van middeleeuwse documenten gemaakt. Hij schreef verschillende werken over de Nederlanden in de middeleeuwse, grafelijke periode en de geschiedenis van de Nederlandse staat sinds de vroegste jaren van Frankische verovering in de nadagen van het Romeinse Rijk. Kluits Historia critica comitatus Hollandiae et Zeelandiae (1777-1782) was een van de eerste Nederlandse geschiedenissen die voornamelijk op basis van bronnenonderzoek tot stand kwam, en zijn Historie der Hollandsche Staatsregering tot 1795 (1802-1805) was lange tijd een standaardwerk over de constitutionele geschiedenis van de Republiek.

Politiek
Historisch onderzoek en geschiedschrijving waren in de late achttiende eeuw vaak sterk verbonden met politieke twist. Vaak werd kennis van het verleden gebruikt om politieke ideologieën in het heden te rechtvaardigen. Adriaan Kluit is een sprekend voorbeeld. Met beroep op historische verdragen en grondwetten verdedigde hij in de jaren 1780 het ancien régime van de Nederlandse Republiek tegen de hervormingsambities van de democratische patriotten. Zijn politieke conservatisme werd gedreven door een grote waardering voor de staatsrechtelijke geschiedenis van de Republiek en een sterk besef van historische continuïteit. Zijn De souvereiniteit der Staten van Holland verdedigd (1785) en De rechten van den mensch in Vrankrijk, geen gewaande rechten in Nederland (1793) behoren tot de centrale werken van het politieke debat van de Nederlandse revolutiejaren.

Statistiek en staathuishoudkunde
In de jaren 1790 verbreedde Kluit zijn onderzoeksterrein naar de studie van recente Europese geschiedenis. Na de Bataafse Revolutie van 1795 werd hij voor enkele jaren uit zijn ambt ontheven. Hij gebruikte zijn vrije uren om zich te verdiepen in nieuwe onderwerpen. Met de studie van 'statistiek,' ook wel 'staathuishoudkunde' genoemd, richtte hij zich naar Duits voorbeeld op de onderscheidende kenmerken van verschillende naties. De studie, gerelateerd aan de Kameralistiek, combineerde geschiedenis, geografie, rechtsgeleerdheid, economie en andere onderzoeksvelden om bestuurders inzicht te geven in de mogelijkheden en behoeften van land en inwoners. Kluit was een van de eersten die deze studie, die in Duitsland ontwikkeld was aan de universiteit van Göttingen door geleerden als Gottfried Achenwall en August Ludwig Schlözer, in Nederland introduceerde.

Het overlijdensbericht in diversen kranten uit die tijd Gods ondoorgrondelyke Wysheid heeft befchikt over het leven van mynen verdienftelyken Vader en lieve Moeder. De Heer ADRIAAN KLUIT, Antiquitatum & Historia deplomatica, nec non Statistices Regni Hollandia Profesfor van 's Lands Univerfiteit alhier, en Vrouwe JOHANNA OURSEL, zyn, onder de algemeene ramp, die deze ongelukkige Stad, op den 12 January 1807, getroffen heeft, omgekomen. Leyden den 16 January 1807. W.P. KLUIT.

Foto's monument